U hebt gezocht op: hebben

คำที่คุณค้นหาhebben

RESULTAAT 20 ผลการค้นหา (maximaal 20 woorden)


[betrekking hebben op] toerisme, toerist, een reis maken
    ท่องเที่ยว
    \thohng \thiaw

achter de rug hebben
( \อัค๏ เตอร๏ เดอะ รึค๏ \เฮ็บ๏ เบิน [les 23] )
    จบแล้ว (มีข้างหลัง)
    _tjop *laew (-mie \khaang /lang)

baat hebben, voordeel hebben; nuttig zijn, bruikbaar zijn, dienstig zijn, voordelig zijn, gunstig zijn
    มีประโยชน์
    -mie _pra _joot

begrijpen, snappen, bevatten, doorhebben, doorzien, inzien, opvatten, vatten, verstaan, volgen
( เบอะ \เครย๏ เปิน, \สนัป๏ เปิน [les 00, 15, 24]   begrijpen: [verl. tijd:] begreep, [volt. deelw.:] h. begrepen )
    เข้าใจ
    \khao -tjai

betekenen, betekenis hebben; aanduiden, aangeven
( เบอะ \เต เกอ เนิน )
    หมาย
    /maai

betekenen, zich vertalen als, de betekenis hebben; dat betekent, dat wil zeggen
( เบอะ \เต เกอ เนิน [les 21] )
    แปลว่า
    -plae \waa

betrokken zijn bij, te maken hebben met
    ร่วมด้วย
    \roewam \doewaj

bezig zijn, druk, het druk hebben met, bezet zijn, hectisch; in de war zijn, verward zijn; verwarrend zijn, ingewikkeld zijn, verwarren, in de war brengen; z. inlaten met, z. bemoeien met, z. druk maken over / om, verontrusten, betrokken zijn bij
( \เบ ซิค๏ เซย๏น๏, ดรึก๏, เฮ็ท๏ ดรึก๏ เฮ็บ๏ เบิน เม็ท๏ [les 22, 27] )
    ยุ่ง
    \joeng

bezorgd, zorgen hebben over, z. zorgen maken, denken aan; lus
    ห่วง
    _hoewang

bezwaar hebben, bezwaar maken, z. verzetten, z. verzetten tegen, bestrijden
    คัดค้าน
    *khat *khaan

bezwaar hebben, iets op tegen hebben, afkeer, een hekel hebben aan
    รังเกียจ
    -rang _kiat

boffen [hebben geluk]
( \บฟ๏ ฟึน [les 17] )
    มีโชคดี
    -mie \chook -die

club, vereniging, organisatie, societeit; omgaan met, z. verenigen, contact hebben
( กลึบ๏ [les 23] )
    สมาคม
    _sa -maa -khom

dingen, bezittingen, hebben en houden, bagage, spullen
    ข้าวของ
    \khaaw /khohng

dorst, dorst hebben
( ด็อร๏ซ๏ท๏ )
    หิวน้ำ
    /hiw *naam

dragen (kleren) (เสื้อผ้า), aanhebben; aantrekken, voordoen, aandoen; zetten in/op, plaatsen in/op, leggen in, toevoegen, indoen, laden, inladen; bevatten
( \ดรา เคิน; \เซ็ท๏ เติน อิน [zetten in] [les 16, 21] )
    ใส่
    _sai

durven, de moed hebben om te; dapper, moedig
( \ดึร๏ เฟิน )
    กล้า
    \klaa

duur; duur zijn, prijzig zijn, hoge prijs hebben
( ดึอร๏ [les 00, 14] )
    แพง
    -phaeng

een relatie hebben met, een verbintenis hebben, gehecht zijn aan, verliefd zijn op
( แฟร๏ \ลีฟ๏ท๏ [verliefd] [les 24] )
    ผูกพัน
    _phoe:k -phan

eensgezind zijn met, geestverwantschap hebben met
    ใจเดียวกัน
    -tjai -diaw -kan

Resultaten 1 - 20 van circa 33.700 voor hebben (0.01 seconden)