U hebt gezocht op: jong
คำที่คุณค้นหาjong
RESULTAAT 16 ผลการค้นหา (maximaal 20 woorden)
bejaard, op leeftijd, vrij oud, niet jong meer; bejaard zijn, op leeftijd zijn, vrij oud zijn, niet jong meer zijn
ชรา
*cha -raa
broer (jonger)
( บรูร๏ [les 00, 11] )
น้องชาย
*nohng -chaai
jong
อ่อนเยาว์
_ohn -jao
jong, jeugdig, opgroeiend, tiener; generatie, lichting, groep, leeftijdsgroep, tijdgenoten
( ยง [les 26] )
รุ่น
\roen
jong; jong zijn; licht (van kleur), bleek; zacht; zacht zijn, teer zijn; zwak zijn (bv. in een studie), niet sterk staan, niet ... genoeg
อ่อน
_ohn
jongen
( \ยง เงิน [les 13] )
เด็กชาย
_dek -chaai
jongen [afkorting]
( \ยง เงิน )
ด.ช. (เด็กชาย)
_dek -chaai
jongere, jongelui, jonge mensen, tieners, jong stel, jeugdig
( \ยง เอ เร [les 28] )
หนุ่มสาว
_noem /saaw
kalf (jong van rund)
( กัล๏ฟ๏ )
ลูกวัว
\loe:k -woewa
kind [afstammeling]; jong; vrucht
( กินท๏ [les 11] )
ลูก
\loe:k
loot, jonge plant, jonge rijstplant
ต้นกล้า
\ton \klaa
lul, pik, leuter, snikkel, jongeheer
ควย
-khoewaj
man, jongen
( มัน [les 11] )
ผู้ชาย
\phoe: -chaai
muis, rat; ik, ikzelf, mij, me ♀ [‘schattige’ variant (tegen ouders of oudere familieleden); plattelands]; kleine, kleine [+ roepnaam; + koosnaam ♂ ♀]; naam + -je; jij, kleine jongen, klein meisje [teder aanspreken]
หนู
/noe:
verlaten, leeg; jong, wild, ongetemd
เปลี่ยว
_pliaw
zus (jonger)
( ซึซ๏ [les 00, 11] )
น้องสาว
*nohng /saaw